lijck zijn / oock malkander ghelijck zijn ; ende die gheene ghelijck gheseyt worden / dewelcke b in alles met malkander over-een-komen: soo volgt / dewijl BC en AE elck aen de lengte / die met de roede oft keten bevat is / ghelijck zijn / dat insgelijcx oock AE aen BC gelijck is.
Hier bij voegt beyde volgende Voorstellen / zijnde van deselve aert alsset voorgaende.