III. Voorstel.

't Selve te doen tot het ander eynde der liny AB.

Want het somtijts geschieden kan/ dat eenige revier of passagie te water of te landt soo breedt zij / dat deselve door'tschieten van Canon en musquetten niet kan over-reykt worden en verseeckert / en in sulcken geval dan plegen block-huysen / bateryen / reduyten / en diergelijcke wercken gemaeckt te werden / om deselve passagie te verhinderen: soo sy / by voorbeelt / de wijtte tussen A en B meerder / als datmen deselve met het grof-gheschut of musquetten kan bereycken.

Derhalven / om van B naer A in de liny AB een liny af te baecken / als BL, van een gegeve grootte: so salmen eerstelijck / gelijck in 't 1ste Voorstel gheleert is / een liny vinden / als GA, die soo lanck zij als AB, en dan in deselve GH gelijck neemen aen de gegeven lengte. Want treckende wederom HE, doorsnijdende AF in I, somen voorts AK ghelijck neemt aen AI, en dan als vooren van A naer B uyt-gaet / in de roying AH totter tijt men zy gekomen in de roying CK, so sal LB gelijck zijn aen GH, als begeert wort.