draet NεC, die een weynig korter zy als NF, soo laet het ander eynde deser liniael doorboort worden / sulcx dat die om het pennetje F kan gepast worden; en laet de draet NεC met het ander eynde aen het pennetjen C vast gemaeckt worden. Dit dus gedaen zijnde / soo men met eenich stijltjen de draet NεC leydt langs de liniael NF, beginnende in n het uytterste der draet / en deselve met het stijltjen naer E toe beweegt / sulcx dattet deel der draet Nε doorgaens ghelijck als vast kleeft aan de liniael NF: so sal daer door op het vlack beschreven worden de kromme liny nεE, zijnde een gedeelte eener Hyperbola.

Waerom / indien wy begeeren datmen op deselve wijz een Hyperbola op het vlack beschrijve / wiens dwersche asse zy EK, en rechte LI, als voor-gestelt is; so behoeft men alleen te letten / dat de liniael NF om de lengte der asse EK langer zy dan de draet NεC; ofte oock / dat / terwijl men de stijl / die de kromme liny beschrijft / dus verbrengt / deselve als dan het punt E kome te raecken. Eyndelijck soo men de liniael NF leyt op d'ander syde van CF naer O toe / soo salmen insgelijcx het ander gedeelte der Hyperbola OE beschrijven.

Maer indien men de liniael van F tot C, en de draet van C tot F verbrengt / soo sal men hier benevens een andre diergelijcke Hyperbole beschrijven / dewelcke tegens over de voorgaende staet / en deselve assen heeft.

Ten laetsten soo staet te weeten / dat de punten C en F, die tot het beschrijven der Hyperbola aengemerckt worden / met de naem van Brandt-punten van de Schrijvers genoemt worden / wegens het effect der spiegels en glasen / die na dese figuer geslepen zijn. Ziet hier van het geene den Edelen en Wijt-vermaerden heer Renatus des Cartes geschreven heeft na't 7de Hooft-stuck van sijn boeck genaemt Dioptrica.

VIII. Hooft-stvck.

Van de manier om Ellipses op een vlack te beschrijven, als beyde brandt-punten en toppen gegeven zijn.

Onder de verscheyde manieren / waer door men een Ellipsis op een vlack beschrijven kan / en is die voor een van de geringste niet te achten / dewelcke ontstaet als beyde brandt-punten en toppen gegeven zijn: waerom

ick