Peter gaat rap door de deelopdrachten en laat een aantal steken vallen. Hij maakt een aantal veel voorkomende fouten. Hij maakt gebruik van zaken die nog niet bewezen zijn en hij vergeet cruciale elementen.
Hieronder staan de deelopdrachten en het commentaar bij hun uitwerking.
Peter slaat deze vraag over.
Peter herkent de gelijkbenige driehoek, maar gebruikt de bewering AF = AB niet als argument maar als conclusie. Gelukkig trekt hij wel de conclusie dat ∠ABF = ∠AFB.
Peter geeft antwoord op een andere vraag. Hij beantwoord waarom de hoeken gelijk zijn, in plaats van waarom de driehoeken gelijk zijn. Volgens hem ∠BDF = ∠BEF omdat de nevenhoeken gelijk zijn. Op zich is dat knap bedacht. Peter heeft echter nergens bewezen dat ∠ADG = ∠AEG. Daarom is het begin van zijn redenering niet goed.
Ook hier geeft Peter geen antwoord op de vraag. Hij is tevreden als hij weer een nieuwe hoek gevonden heeft. Peter begint goed met OMDAT ∠DBG = ∠GFE en BD = FE, verzuimt te melden dat ook ∠BDG = ∠FEG, dat DAAROM ∆BDG = ∆FEG. Peter springt gelijk door naar DUS ∠BGD = ∠FGE. Hij schrijft niet op dat DG = EG, maar gebruikt dit wel in de volgende deelopdracht.
Peter bewijst dat deze driehoeken gelijk zijn omdat drie paar zijden gelijk zijn. Dus concludeert hij terecht dat dan ook de overeenkomstige hoeken even groot zijn: ∠DAG = ∠EAG.
Volgens Peter zijn de hoeken gelijk (dat heeft hij hiervoor correct aangetoond) en dus is G het midden.
Opvallend is zijn gebruik van grote, vette letters.
Peter is er zichtbaar trots op dat hij het bewezen heeft.
Peter doet TTO en geeft antwoord in het Engels, zijn vertrouwde taal. Het is volgens hem de "perpendicular bisector". Jammer voor hem, het is de "angle bisector".
Verschillende conclusie kunnen we trekken uit het werk van Peter: