|
De "Mathematische Oeffeningen" is een deel van het levenswerk van Frans van Schooten Junior. Dat werd kort voor zijn dood in 1660 uitgegeven.
Op bladzijde 154 citeert Frans van Schooten de 16 landmeetkundige raadsels uit de "Geometria Peregrinans".
Navraag bij Poolse universiteitsbibliotheken leidt naar een Pools wiskundige, Maciej Gloskowski, die in de jonge Republiek is geweest en ondermeer wiskunde onderwezen heeft aan de jonge Willem II. Stadhouder Willem II is geboren in 1626 als zoon van Prins Frederik Hendrik. Zijn oom is Prins Maurits. Hij volgt zijn vader op in 1647 en overlijd in 1650 aan een ziekte.
Aan een vertaling van de Poolse biografie wordt gewerkt.
Hieronder staan enkele bladzijden uit de "Geometria Peregrinans" met de Latijnse tekst.
Een gedeeltelijke vertaling staat op deze website
.
De volledige tekst staat op de website van de Silesian Digital Library, onderdeel van de universiteit van Katowice.
Het staat daar in djvu formaat. Omdat dit formaat weinig gebruikt wordt, is ook een verwijzing
naar een pdf versie opgenomen. In de omschrijving wordt verwezen naar Van Schooten: Książka napisana w formie dialogu pomiędzy siostrami: Arytmetyką i Geometrią ; Przypuszcalne miejsce wydania: Leszno, gdzie autor był nadzorcą szkoły braci czeskich ; Zawiera 21 zadań z miernictwa, z których 16 przedrukował matematyk holenderski F. von Schoten w pracy "Exercitationum mathematicarum ..." (Lejda 1656)
.
De volledige tekst is als PDF beschikbaar.
De "Geometria Peregrinans" is geschreven in het Latijn. Dhr Verstraelen heeft de Nederlands vertaling verzorgd. Aan de volledige vertaling wordt nog gewerkt.
Er was in de Nederlanden een zekere brave man die mij vanwege zijn deugd en de studie van de wiskunde mij bijzonder dierbaar was. Hij was de vader van twee zonen die hij in dezelfde studies had laten onderrichten, voorzover dat gezien hun leeftijd mogelijk was, maar toen zijn krachten begonnen af te nemen, bedacht hij iets nieuws, opdat zijn zonen die hem zouden overleven, als hem later wat overkomen was, zich des te enthousiaster op hun eenmaal begonnen studies zouden toeleggen. Want het beetje geld dat hij had waaruit heel zijn spaargeld bestond deelde hij in tweeën, nadat hij een klein deel bij een vriend ten behoeve van zijn zonen had achtergelaten. En hij verborg dat in een bos in de buurt op een bijzonder listige manier. Uiteindelijk werd hij ziek. Het was een ziekte die hemzelf later fataal zou worden. Nadat hij dan zijn zonen bij zich geroepen had en zijn vriend had laten komen, vertrouwde hij de zorg voor hen aan hem toe en in diens aanwezigheid spoorde hij henzelf als volgt aan: "Jullie weten", zei hij, "dat mijn ouders mij geen erfenis hebben nagelaten. Maar wat ik toevallig gehad heb, dat heb ik allemaal gekregen door mijn ijver en handigheid. Daarom zou het niet onbillijk zijn dat ook jullie door leermeesteres armoede tot dezelfde inspanningen en studie in de deugd zouden aangespoord worden: omdat het mij wel duidelijk is dat welvaart de zonen van rijke mensen na de dood van hun ouders meestal te gronde gericht heeft. Opdat toch niet na mijn heengaan jullie de prikkel ontbreekt om de schone kunsten en wetenschappen grondig te leren, wil ik dat jullie goed weten dat ik al mijn geld, hoe weinig dat ook was in tweeën gedeeld heb en dat eveneens op twee plaatsen in een naburig bos begraven heb. Opdat echter jullie zullen kunnen beschikken over dat geld, zij dět voor jullie een aanwijzing: Jullie weten dat aan de zuidelijke rand van het bos een meer ligt waarvan hetzelfde bos ergens een gedeelte afsluit. Nu bij de oostelijke oever zullen jullie, nadat jullie het bos zijn ingegaan, een eik vinden waarin de figuur van een driehoek gesneden is, maar aan de overkant op de westelijke oever van het meer zal gezocht moeten worden naar een hoge els waarin het teken van een vierkant is gehakt. De onderlinge afstand tussen deze bomen is mijzelf, vanwege het tussenliggende meer, niet bekend. Toch als jullie aan de noordelijke kant van het meer nog in het bos zelf een punt zullen vinden dat nu juist van de figuur van het vierkant, 6, maar van het teken van de driehoek, 7 eenheden verwijderd is zodanig als de hele afstand van de figuren zelf 8 eenheden is, zullen jullie het middelpunt van jullie fortuin vinden. Van dat punt zullen jullie dus zowel naar de figuur van de driehoek als naar die van het vierkant rechte lijnen trekken, die zullen lopen over het meer zelf en halverwege de lijnen ligt het verborgen geld. Maar opdat de luiheid van de een niet de handigheid van de slimste in de weg zal staan; als de een van jullie handigheid te kort komt, is het de ander geoorloofd beide geldsommen te zoeken en als hij ze gevonden heeft niet meer dan het vierde deel aan de luiste uit te keren. En toch zal het niet geoorloofd zijn sneller, of op een andere manier over te gaan tot het zoeken van de erfenis dan dat de knapste in tegenwoordigheid van de andere broer en bovendien van twee vrienden de zaak ten einde zal brengen: toch zal dit niet uitgevoerd mogen worden met mathematische instrumenten maar alleen met stokken voor dit doel gemaakt; aangezien de door instrumenten tot stand gekomen afmetingen eerder aan de handigheid dan aan het talent van de makers toegekend moeten worden. Maar als geen van beiden succes heeft, moet dat geld onaangetast blijven liggen voor diegene van hun nakomelingen die door zijn aanleg en vaardigheid geschikter bevonden zal worden om dat geld te vinden". Nadat hij dit uitgesproken had en aan beide zonen de akte overhandigd had die zijn wil kenbaar maakte, namen zijn krachten geleidelijk af en sloot hij zijn laatste dag af.
Meetkundig, zonder instrumentenMaciej Gloskowski en Frans van Schooten Junior dagen de lezer uit om landmeetkundige vraagstukken puur meetkundig op te lossen. In de docentenhandleiding staat een voorbeeld: Hoe bepaal je de lengte van de afstand van A naar B als je niet van A naar B kunt gaan om het op te meten? Frans van Schooten geeft op bladzijde 154 een overzicht: Museum Boerhave heeft veel bijzonder instrumenten. Een instrument is de "Hollandse Cirkel". Daarmee konden landmeters heel nauwkeurig hoeken opmeten. Op dit exemplaar is het wapen van Frans van Schooten gegraveerd. | ![]() |
De hoeken tussen de drie bomen kunnen uitgerekend worden met de cosinusregel. Vervolgens kunnen met de sinusregel de hoeken naar de punten halverwege uitgerekend worden. Na deze rekenexercitie kunnen met een hoekmeter de kijklijnen worden uitgezet. De schat ligt dan op de kruising van die kijklijnen.
Opdracht is echter om het zonder de hoekmeter te doen.