|
Gegeven de som van de kwadraten K en het verschil van de kwadraten D van twee onbekende getallen, het grootste getal is A en het kleinste getal is B.
Voorbeeld: gegeven zijn de som van de kwadraten K = 34 en het verschil van de kwadraten D = 16.
De gevraagde getallen zijn A = 5 en B = 3.
De som van de kwadraten K is inderdaad 52 + 32 = 34
en het verschil van de kwadraten D is inderdaad 52 − 32 = 16.
|