|
Gegeven de vermenigvuldiging G van het verschil met het verschil van de kwadraten
en de vermenigvuldiging H van de som met de som van de kwadraten van twee onbekende getallen, het grootste getal is A en het kleinste getal is B.
Voorbeeld: gegeven zijn de vermenigvuldiging G = 32 met G = (A − B) × (A2 − B2)
en de vermenigvuldiging H = 272 met H = (A + B) × (A2 + B2).
De gevraagde getallen zijn A = 5 en B = 3.
De vermenigvuldigingen G en H zijn inderdaad 32 en 272.
|