|
Gegeven de som van de kwadraten K en de verhouding tussen het product en het kwadraat van de verschillen R : S
van twee onbekende getallen, het grootste getal is A en het kleinste getal is B.
Voorbeeld: gegeven zijn de som van de kwadraten K = 34 met K = A2 + B2
en de verhouding R : S = 15 : 4
tussen het product A × B en het kwadraat van de verschillen (A − B)2.
De gevraagde getallen zijn A = 5 en B = 3.
De som van de kwadraten K is inderdaad 52 + 32 = 34.
Het product P is 5 × 3 = 15,
het kwadraat van de verschillen is (5 − 3)2 = 4,
zodat de verhouding tussen beide inderdaad 15 : 4 is.
|