XV
Van een vierhoekig stuk land ABCD zijn op zijde AD de punten E, F, G en D bepaald.
Lijn BE maakt een rechte hoek met zijde AD.
Op lijn BG ligt punt C.
Ook lijn CF maakt een rechte hoek met zijde AD.
Enkele afmetingen zijn bekend:
AE = 13,
EF = 9,
FG = 5 en
GD = 8.
Waar op AD ligt punt H waarvan de lijn HI, loodrecht op zijde AD,
vierhoek ABCD in twee even grote stukken deelt?